Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie
Terug naar overzicht

Internetconsultatie beperken compensatie transitievergoeding

19 maart 2025

Van 19 februari tot 20 maart 2025 lag het wetsvoorstel in consultatie dat beoogt de compensatie van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid te beperken tot kleine werkgevers (met een loonsom tot en met 25 keer gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per kalenderjaar). Concreet houdt dit in dat middelgrote en grote werkgevers hiervoor geen compensatie meer krijgen. De nieuwe regeling zou gaan gelden voor werknemers die na 1 juli 2026 twee jaar ziek zijn.

Zorgthuisnl heeft gereageerd op de internetconsultatie en de politiek opgeroepen de voorgestelde wijziging te heroverwegen. Argumenten daarvoor zijn de volgende.

  • Middelgrote en grote werkgevers zullen grote financiële nadelen ondervinden van de voorgestelde beperking van de compensatieregeling.
  • Werknemers hebben twee jaar loon (tenminste 170%) doorbetaald gekregen, en de werkgever heeft daarboven geïnvesteerd in de werknemer om hem te re-integreren naar het werk. Juist bij grote bedrijven zijn de kansen om medewerkers te re-integreren en herplaatsen groter dan bij kleinere. Als dat dan niet lukt, is het ongepast om juist deze organisaties na deze grote investeringen ook nog te ‘straffen’ door het niet vergoeden van de transitievergoeding.
  • De hoge kosten kunnen werkgevers ertoe aanzetten weer te kiezen voor slapende dienstverbanden, terwijl de wettelijke compensatiemogelijkheid er nu juist was om die te voorkomen. Slapende dienstverbanden brengen zowel voor werkgevers als voor werknemers onzekerheid met zich mee.
  • Het risico bestaat dat werkgevers meer zelfstandige medewerkers gaan inhuren en tijdelijke contracten gaan aanbieden om de kosten van langdurig ziekteverzuim te voorkomen. Dit druist in tegen de beweging van overheid, werkgevers- en werknemersverenigingen om meer vaste dienstverbanden en meer zekerheid voor werknemers te stimuleren.
  • Het wetsvoorstel is voortgekomen vanuit een bezuinigingsdoelstelling. Niet duidelijk is wat de objectieve rechtvaardigingsgrond is voor het maken van onderscheid tussen kleine en grote organisaties.