Advies mondmaskers preventief
Persbericht
12 oktober 2020
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen in de thuiszorg
Het OMT heeft op 7 oktober aanvullend advies uitgebracht over (preventief) gebruik van mondneusmaskers door zorgmedewerkers; zowel in de langdurige zorg als acute zorg.
Sinds afgelopen zomer kent de richtlijn van het RIVM als de bepaling voor alle medewerkers in alle vormen van thuiszorg (Zorgverzekeringswet, Wlz en Wmo) dat zij op professioneel inzicht kunnen afwijken van de richtlijn en dus ook preventief, persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen inzetten. Landelijk zien we dat ook gebeuren. Deels als de regionale (of landelijke) prevalentie van COVID-19 zorgelijk of ernstig is maar ook vanwege gevoel van veiligheid.
Al vanaf het begin van de coronacrisis is er veel discussie over toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen, mede naar aanleiding van de beschikbaarheid. Inmiddels zijn de richtlijnen van V&VN, de vakbonden en het behandeladvies van Verenso getoetst aan dit laatste advies van het OMT. Waar nodig worden de richtlijnen steeds geactualiseerd, maar dit OMT-advies geeft nu aan géén aanleiding om de richtlijnen voor de ouderenzorg te herzien. Het OMT advies veranderd overigens niets voor de verpleeghuiszorg, dat advies is al eerder gegeven.
In nauw overleg hebben ActiZ en Zorgthuisnl met V&VN en de vakbonden overeenstemming bereikt over een gezamenlijk standpunt. V&VN en de vakbonden communiceren hierover aan hun leden als volgt:
Medewerkers in de zorg moeten veilig kunnen werken, ongeacht waar ze zorg leveren
In heel Nederland grijpt het virus momenteel pijlsnel om zich heen. Veiligheid van medewerkers en cliënten staat voorop, ongeacht waar ze werken of verblijven. Om de kans op besmetting van zorgprofessionals en onze kwetsbare cliënten te minimaliseren, is een heldere afspraak over de inzet van PBM van belang.
Daarom vinden wij dat preventieve inzet van PBM overal mogelijk moet zijn zoals dat in de verpleeghuizen en de instellingen al het geval is, tenzij het risico op besmetting niet opweegt tegen het negatieve effect van preventief gebruik op specifieke cliënten. Uiteraard vormt het oordeel van de professionals altijd de basis voor de uiteindelijke keuze om wel of niet (preventief) in te zetten
Daarom adviseren wij:
Gebruik in de huidige situatie als verzorgende, verpleegkundige, begeleider, helpende of hulp bij het huishouden in principe een mondneusmasker, ook in de thuiszorg. Wijk daar van af als je dat professioneel nodig en verantwoord vindt.
Preventief geldt sowieso in alle regio’s waar de situatie ‘zorgelijk of ernstig’ is, maar ook elders en zeker als het aantal besmettingen oploopt. Zorgmedewerkers moeten altijd vrijelijk over voldoende PBM kunnen beschikken. Onderzoek in opdracht van het Ministerie van VWS laat overigens zien dat er inmiddels voldoende beschermende middelen op voorraad zijn, ook als mondmaskers meer preventief gebruikt worden.
Voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen
Zowel zorgprofessionals als cliënten moeten goed beschermd zijn op basis van professioneel vakmanschap. Medewerkers dienen te allen tijde over voldoende PBM te kunnen beschikken om dat naar professioneel inzicht, zo nodig preventief en uiteraard volgens het beleid van de betreffende zorgaanbieder te kunnen gebruiken in de praktijk.
Onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS laat zien dat de voorraden en de aanvoer van veelgebruikt PBM voldoende is voor een tweede en eventuele volgende golf, in elk geval tot begin 2021. Voor de verschillende medische mondneusmaskers zelfs tot ver in 2021. Hierbij wordt voor reguliere zorg uitgegaan van bestaande inkoopkanalen en voor COVID-19 gebruik vooral de inkoop via het LCH.
Voor onze leden is het van belang om te zorgen dat hun voorraadbeheer en inkoopbeleid – zeker als zij vooral zaken doen met het LCH – zo inrichten dat zij altijd voldoende werkvoorraad hebben. Bij het LCH geldt bij bestellingen een grens op een werkvoorraad van 10 dagen.
Wij hebben bij het ministerie en VWS onder de aandacht gebracht dat voor kleine aanbieders in de zorg extra aandacht behoeft, omdat zij niet altijd over de mogelijkheden en middelen beschikken om grotere voorraden aan te houden.