Logo: ZorgthuisNL
Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie
Terug naar overzicht
Kennisdocument

CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive)

02 april 2024

 1. Wat is CSRD?
De CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) houdt in dat bedrijven worden verplicht om te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Vanaf 2024 gaat de regeling in voor bedrijven die eerder ook al aan de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) moesten voldoen. Vanaf 2025 wordt de duurzaamheidsrapportage verplicht voor grote bedrijven die voorheen buiten de NFRD vielen. De richtlijn is niet specifiek gericht op zorg maar raakt ook de zorgsector.

Een bedrijf is groot als het voldoet aan minimaal twee van de drie onderstaande criteria:

  • Het bedrijf heeft meer dan 250 werknemers;
  • Het bedrijf heeft meer dan € 50 miljoen omzet per jaar;
  • Het bedrijf heeft meer dan € 25 miljoen op de balans.

De wetgeving geldt vanaf 2026 ook voor het beursgenoteerde MKB. Het niet-beurs genoteerde MKB valt niet onder de CSRD-richtlijn, maar kan wel de effecten merken van de wetgeving. Dit gebeurt als zij zich in de waardeketen bevinden van een rapportage plichtig bedrijf en gevraagd worden om informatie aan te leveren. (Bijv. zorgverzekeraar VGZ valt wel onder de regeling en moet rapporteren. Uw organisatie heeft een contract met VGZ en is daardoor een van de stakeholders van VGZ waar zij mogelijk informatie opvragen). 

Zo werkt het
In de verplichte duurzaamheidsrapportage bekijk je je eigen onderneming vanuit twee invalshoeken: de impact óp en de impact ván je bedrijf. Het eerste heet financiële materialiteit, het tweede impact materialiteit. Samen wordt het ook wel dubbele materialiteit genoemd – hier ga je op rapporteren. Zo geef je met de rapportage aan de ene kant inzicht in de manier waarop je onderneming wordt geraakt door ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Denk hierbij aan de invloed van klimaatverandering op het bedrijfsmodel. Aan de andere kant rapporteer je over de invloed van je onderneming op je omgeving. Dus als jouw bedrijf bijvoorbeeld veel (medicijn)afval produceert, wat betekent dit dan voor omwonenden? De duurzaamheidsrapportage moet al deze informatie bevatten.

Je rapporteert over de werkelijke en potentiële impact, risico’s en kansen op het gebied van mens, bestuur en milieu – op korte, middellange en lange termijn. Dit doe je aan de hand van ESRS (European Sustainability Reporting Standards). De eerste set ESRS bestaat uit 2 overkoepelende standaarden ESRS 1, ESRS 2 en 10 standaarden die vallen onder de thema’s Environment (Milieu), Social (Sociaal) en Governance (Bestuur):

ESRS 1: Algemene vereisten (dwarsdoorsnijdende standaarden)

ESRS 2: Algemene toelichtingen (dwarsdoorsnijdende standaarden)

ESRS1 staat voor de spelregels: door hiernaar te kijken ontdek je hoe de duurzaamheidsrapportage eruit moet zien. Deze standaard helpt je dus om te begrijpen wat je moet doen.

ESRS 2 bepaalt de rapportage-eisen – vanuit de thematische standaarden hieronder wordt hier vaak naar verwezen. Als voorbeeld kan je denken aan: hoe heb je stakeholders betrokken? En aan welke eisen moet de dubbele materialiteitsanalyse voldoen?

De 10 standaarden:

Milieu
ESRS E1: Klimaatverandering

ESRS E2: Verontreiniging

ESRS E3: Water en mariene hulpbronnen

ESRS E4: Biodiversiteit en ecosystemen

ESRS E5: Materiaalgebruik en circulaire economie

Sociaal
ESRS S1: Eigen personeel

ESRS S2: Werknemers in de waardeketen

ESRS S3: Getroffen gemeenschappen

ESRS S4: Consumenten & eindgebruikers

Bestuur
ESRS G1: Zakelijk gedrag

Dit zijn de zogeheten duurzaamheidsstandaarden. Je bent als bedrijf alleen verplicht om te rapporteren over duurzaamheidsthema’s die voor jou ‘materieel’ zijn (oftewel relevant omdat de impact op of van je bedrijf dermate groot is). Op basis van je dubbele materialiteitsanalyse ontdek je welke thema’s dit zijn. In de praktijk hoeven de meeste bedrijven niet over alle standaarden te rapporteren. Als je niets doet op een materieel thema, dan rapporteer je dat ook.

  1. Waarom gaat de CSRD-richtlijn in?

In het Parijs-akkoord hebben landen uit de Europese Unie afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot onder 2 graden Celsius. Dit zou bereikt moeten worden door vanaf 2050 klimaatneutraal te zijn: broeikasgassen worden niet meer uitgestoten óf deze uitstoot wordt gecompenseerd.

Met een pakket aan maatregelen en beleidsinitiatieven, de Green Deal, wordt gewerkt aan de groene transitie om klimaatneutraal te zijn in 2050. Belangrijk hierbij is het inzicht van hoe duurzaam ondernemingen zijn. Zo kunnen investeerders of banken namelijk bepalen waar zij in investeren of aan wie zij kredieten kunnen lenen en tegen welke voorwaarden.

De duurzaamheidsrapportage biedt het inzicht dat zogeheten ‘stakeholders’ (bijvoorbeeld banken en kredietverleners) nodig hebben. Zij kijken naar de standaarden die voor het bedrijf gelden op basis van de dubbele materialiteitsanalyse. Hierbij is de samenhang belangrijk tussen de thema’s Environment (Milieu), Social (Sociaal) en Governance (Bestuur) om de impact op mens en milieu te meten. Er wordt dus niet alleen rekening gehouden met milieuaspecten, maar ook met bestuur en het welzijn van de mens.

Een andere reden waarom CSRD ingaat is dat zo wordt gestimuleerd om gezamenlijk verantwoording af te leggen. Door bepaalde (potentiële) risico’s, kansen en impact in kaart te brengen, kan uiteindelijk gewerkt worden aan het systematisch wegnemen van de risico’s en de impact op mens en milieu.

  1. Voor wie is de duurzaamheidsrapportage bedoeld?

Zoals eerder gezegd is de rapportage belangrijk voor financiële stakeholders, zoals banken en kredietverleners. Maar er zijn ook stakeholders die zich richten op de impact van de onderneming op haar eigen omgeving en de waardeketen. Denk aan werknemers, vakbonden en sociale partners, klanten en omwonenden en financiers in de zorg.

  1. Geldt de CSRD-richtlijn ook voor mijn bedrijf?

CSRD geldt voor jou als jouw bedrijf:

  1. Een grote B.V., N.V of organisatie van openbaar belang is (zoals banken en verzekeraars).*
  2. Een middelgrote of kleine beursvennootschap is. Het geldt dus niet voor mkb-bedrijven zonder beursnotering.
  3. Een niet-EU onderneming is die voldoet aan de voor CSRD bepaalde voorwaarden.

Daarnaast kan de richtlijn ook van toepassing zijn wanneer je producten of diensten levert aan een van de genoemde bedrijfssoorten. Je bent dan zelf niet verplicht om te rapporteren maar kan wel door een rapportage plichtige onderneming gevraagd worden om bepaalde informatie aan te leveren.

Voor bedrijven die duurzaamheidsinformatie nodig hebben van andere bedrijven, kan het lastig zijn om een compleet beeld te vormen. CSRD houdt hier rekening mee. Als het niet lukt om de volledige informatie te verkrijgen, is het toegestaan om een schatting te maken. Er wordt momenteel wel een vrijwillige MKB-standaard ontwikkeld die bedrijven helpt om te voldoen aan vragen van partners in de keten of bijvoorbeeld financiële instellingen.

*Een bedrijf is groot als het voldoet aan minimaal twee van de drie onderstaande criteria:

  • Het bedrijf heeft meer dan 250 werknemers;
  • Het bedrijf heeft meer dan € 50 miljoen omzet per jaar;
  • Het bedrijf heeft meer dan € 25 miljoen op de balans.
  1. Welke stappen moet ik nemen?

Valt jouw bedrijf (in de toekomst) onder de CSRD-richtlijn? Dan is het verplicht om vanaf de ingangsdatum een duurzaamheidsrapportage aan te leveren. Ook als de datum nog ver weg is, helpt het om alvast de eerste stappen te zetten. Uit ervaring blijkt namelijk dat er 1 à 2 verslaggevingsjaren nodig zijn om informatie goed en veilig uit systemen te halen.

Met dit stappenplan kun je in 10 stappen aan de slag:

  1. Stel een multidisciplinair team samen

Als bedrijf moet je over een breed aantal thema’s rapporteren. Denk aan HR, inkoop, finance, huisvesting, mobiliteit en strategie. Zorg daarom voor commitment vanuit het bestuur/directie en stel een team samen met vertegenwoordigers van elk thema. Het multidisciplinaire team kan aan de slag gaan met het verzamelen van data en kpi’s, maar ook werken aan een duurzaamheidsbeleid.

  1. Doe het benodigde achtergrondonderzoek

Zorg dat je inzicht hebt in wat, waar en hoe je bedrijf goederen of diensten inkoopt en afzet. Onderzoek ook de risico’s van de regio en de sector waarin je werkt (de MVO Risico Checker is hiervoor een mogelijkheid maar binnen de zorg kijk je waarschijnlijk ook veelal lokaal). Zo krijg je een passend beeld van wat er allemaal speelt in jouw werkveld/omgeving.

Kijk ook naar audits, certificeringen, jaarverslagen en andere manieren waarop de bedrijven waarmee je samenwerkt (denk aan bijv. leveranciers of collega zorgorganisaties) omgaan met risico’s op het gebied van mens en milieu. Hiermee krijg je een eerste indruk van welke thema’s voor jouw bedrijf ‘materieel’ zijn en over welke datapunten je volgens de standaarden informatie moet geven.

  1. Ga in gesprek met stakeholders

Voer gesprekken met stakeholders in je eigen organisatie en de waardeketen om te kijken waar de impact op en de impact van de onderneming ligt. Focus je daarbij op de stakeholders die het meeste impact maken op je bedrijf of waarop je bedrijf de meeste impact maakt. Zorg dat getroffen stakeholders zoals omwonenden, werknemers of getroffen gemeenschappen daar in ieder geval onderdeel van zijn. (Dit doe je wellicht al en neem dan dit onderwerp gewoon mee in al bestaande gesprekken en processen, zo kun je met minimale extra inspanning en administratieve lasten toch voldoen).

Weet je welke stakeholders belangrijk zijn en wil je beginnen met de gesprekken? De SER heeft samen met een aantal bedrijven pilots gedraaid waarin stakeholderdialogen centraal stonden. In dit verslag vind je het plan van aanpak van een bedrijf en de lessen die zijn geleerd tijdens het proces. Je kunt deze informatie ter inspiratie gebruiken voor het starten van je eigen stakeholdergesprekken.

  1. Bepaal je drempelwaarden en je materiële thema’s

De vorige stappen geven je inzicht in materiele thema’s. Om te bepalen waar je daadwerkelijk over gaat rapporteren moet je objectieve criteria opstellen en bepalen hoe je de onderwerpen gaat ranken. Denk ook na over hoe je de feedback van verschillende stakeholders weegt. Vervolgens houd je tijdens het uitvoeren van de analyse rekening met de lijst duurzaamheidsthema’s. Wanneer als gevolg van de materialiteitsanalyse een bepaald thema in deze lijst als materieel wordt gezien, rapporteer je hierover volgens de rapportage-eisen.

CSRD vereist dat je per materieel thema – zoals Klimaat – op de volgende punten gaat rapporteren:

  • Wat je beleid is op dit thema;
  • Welke acties je daarop doet in het jaar dat je rapporteert;
  • Welke indicatoren je gebruikt om de acties te meten;
  • Of je bepaalde doelstellingen hebt op het thema.

Je kunt nu aan de slag met de analyses op basis van het principe van dubbele materialiteit. Je kijkt hierbij dus – aan de hand van de standaarden – naar enerzijds de impact óp en anderzijds de impact ván je onderneming. In het eerste geval kan je denken aan bijvoorbeeld water- en droogteschade of CO2-heffingen. Als het gaat om de impact van, zijn schade aan biodiversiteit of mensrechtenschendingen voorbeelden.

  1. Maak een verschillenanalyse

Het is nu tijd om te kijken naar wat al beschikbaar is binnen jouw bedrijf en wat er nog niet is. Op basis hiervan ontdek je wat je mist aan informatie en strategie om te voldoen aan CSRD. Het multidisciplinaire team kan een roadmap maken om alles wat ontbreekt de komende periode te vergaren. Begin dus ruim op tijd met de verschillenanalyse – minimaal een jaar van tevoren als dat lukt.

Je kunt hiervoor dit overzicht van datapunten gebruiken.

  1. Stel een duurzaamheidsbeleid in of pas deze aan

Met een duurzaamheidsbeleid wordt doorgaans de lange termijndoelen bedoeld die een onderneming heeft op bepaalde duurzaamheidsthema’s. Ook beschrijft het de aanpak om deze doelen te behalen. Met de onderwerpen die vanuit de materialiteitsanalyse als heel belangrijk zijn bestempeld, gaat het team aan de slag.

Kijk bij het opstellen van een duurzaamheidsbeleid ook vooral naar hoe andere bedrijven dit hebben gedaan. Je vindt het beleid of de strategie steeds vaker op de website van bedrijven. Eventueel kun je een deel hiervan opnemen in je eigen verslag of naar relevante stukken verwijzen.

  1. Creëer een strategie voor dataverzameling

Voor CSRD heb je veel data nodig op het gebied van de duurzaamheidsthema’s. Bedenk daarom een efficiënte strategie voor dataverzameling. Waar is welke informatie te vinden? Hoe kom je aan belangrijke aanvullende informatie? Wie is verantwoordelijk voor de data, hoe gaat diegene het aanleveren en hoe wordt hierop aangestuurd? Vergeet ook niet om te bepalen welke kwaliteitschecks nodig zijn, zodat de informatie als betrouwbaar bestempeld kan worden. Misschien zijn er nieuwe systemen nodig voor sommige informatie, bijvoorbeeld als het gaat om CO2-uitstoot of afvalverzameling.

  1. Maak de duurzaamheidsrapportage

De volgende stap is het (laten) vormgeven van je duurzaamheidsrapportage. Hierover lees je hieronder meer.

  1. Check de duurzaamheidsrapportage bij je accountant

De duurzaamheidsrapportage moet door een externe accountant worden beoordeeld. Het is belangrijk dat je al in een vroeg stadium een account inschakelt, zodat hij of zij kan kijken of je de materialiteitsanalyse correct hebt gedaan, zodat het niet achteraf wordt afgekeurd. Ook checkt je accountant of de verzamelde data volledige, betrouwbare en controleerbare informatie oplevert. Informeer tijdig bij je huidige accountant / boekhouder of en wat zij hierin kunnen betekenen en verwachten.

  1. Publiceer de rapportage

Is de externe accountant akkoord? Dan is het tijd om de rapportage te publiceren. Je leest hieronder hoe je dat kunt doen. Lever de rapportage op tijd aan bij de Kamer van Koophandel, dus niet vlak vóór of op de dag van de deadline. Je bent binnenkort waarschijnlijk ook verplicht om de rapportage op je eigen website te publiceren.

  1. Hoe maak ik de duurzaamheidsrapportage en waar kan ik het aanleveren?

De rapportage is een apart onderdeel in het bestuursverslag. Het bestuursverslag, met daarin de duurzaamheidsrapportage, moet jaarlijks bij de KvK (Kamper van Koophandel) worden aangeleverd en waarschijnlijk ook op de website van de onderneming worden gepubliceerd. Het is verplicht om de informatie digitaal aan te leveren in een XBRL-formaat. De data moet gelabeld te zijn, zodat machines het automatisch kunnen lezen en verwerken. Als de duurzaamheidsrapportage gemaakt is, is het noodzakelijk dat het wordt beoordeeld door een externe ‘assurance provider’. Dit kan de externe accountant zijn die ook de jaarrekening controleert, maar mag ook een ander zijn. De externe accountant zal naar je rapportage gaan kijken en aan de hand van de waardeketen onderzoeken of de juiste stakeholders geselecteerd zijn. Daarbij wordt ook gekeken of stakeholders die direct of niet-direct negatieve impact ervaren van de activiteiten van je bedrijf zijn meegenomen. De accountant checkt of alle vereiste informatie in de duurzaamheidsrapportage staat en of dit overeenkomt met de werkelijke duurzaamheidsprestaties van je bedrijf. Ook wordt gekeken of het volledig is.

  1. Wat als ik informatie moet aanleveren aan een bedrijf dat valt onder CSRD?

Het kan zijn dat jouw bedrijf zich in de waardeketen bevindt van een bedrijf dat moet voldoen aan CSRD. In dat geval kan gevraagd worden om informatie over bijvoorbeeld de CO2-uitstoot van een locatie. Ook als je niet zelf onder CSRD valt, is het belangrijk dat je de thema’s kent en weet welke voor jouw onderneming en waardeketen materieel zijn. Het is dus essentieel dat je hoe dan ook inzicht hebt op impact, risico’s en kansen van jouw bedrijf en keten op mens en milieu. Wat als je de relevante data niet hebt? Dit moet je dan weer bij jouw leverancier opvragen. Als deze hulpvraag niks oplevert, mag je gebruikmaken van schattingen. Dit kunnen interne of externe schattingen zijn, op basis van sectorgemiddeldes, steekproefanalyses of op uitgaven gebaseerde gegevens.

  1. Wat als je niet of niet volledig voldoet aan CSRD?

Het kan zijn dat aan de hand van de duurzaamheidsrapportage blijkt dat jouw bedrijf niet of niet volledig voldoet aan CSRD. Dit komt dan omdat er bepaalde materiële informatie ontbreekt. Je accountant zal het aankaarten en een beperkende verklaring kunnen geven. Om deze reden is het extra belangrijk dat je zo vroeg mogelijk begint met je rapportage. Je komt er zo niet op het laatste moment achter dat bepaalde belangrijke informatie mist. Als je alle informatie openbaar hebt gemaakt, maar je bedrijf niet volledig duurzaam is, voldoe je alsnog aan CSRD. Je laat namelijk wel zien hoe duurzaam je onderneming is, ook al is het beperkt. Het niet op tijd of helemaal niet aanleveren van een duurzaamheidsrapportage wordt gezien als een economisch delict. Het is nog onbekend wat de gevolgen hiervan zijn.

Meer weten over CSRD? Kijk voor meer vragen en antwoorden op deze pagina van de Sociaal-Economische Raad (SER).

Aan de slag met duurzaamheid in je organisatie? Kijk ook op onze pagina Duurzaamheid / Green Deal Zorg 3.0.